De boeddhistische monnik, de topsporter en de gezonde mens hebben met elkaar gemeen dat ze, in rust, niet te snel ademen. Zonder een fysieke inspanning is een gezonde ademfrequentie namelijk vier tot acht keer per minuut. Veel mensen echter ademen continu sneller, tot meer dan twintig keer per minuut. Dat is zinloos en energievretend. Je kunt extra energie krijgen door simpelweg rustiger te ademen. Een ontregelde ademhaling is ook de oorzaak van uiteenlopende klachten als burn-out, hartkloppingen, concentratieproblemen, hoofdpijn, rugpijn, slaapproblemen, obstipatie en angststoornissen. Hoe komt dit? Wat gebeurt er dan in je lijf en in je hoofd? En wat kun je er zelf aan doen om het op te lossen? Daarover gaat dit boek.

Naar mijn mening is het boek niet voor iedereen geschikt met ademproblemen, want de focus ligt sterk op  de ademfrequentie. Voor mensen met hyperventilatieklachten is het probleem toch al vaak dat ze teveel aandacht hebben voor hun ademhaling.

Het advies “een paar keer per dag de uitademing verlengen (bv door te blazen)” is wel voor iedereen geschikt.

Ook de uitleg over hartcoherentie is interessant om te lezen.

Wat is hartcoherentie?  Je hart klopt niet als een metronoom. Tijdens je inademing klopt je hart sneller dan tijdens je uitademing. Dat verschil in snelheid noem je de hartritme-variatie. Je hartritme en de variaties daarin worden beïnvloed door (in)spanning, emoties en gedachten, maar vooral door je ademhaling. Het probleem is dat we vaak te oppervlakkig ademhalen. Met het minste beetje stress zit je op twintig ademhalingen per minuut. In deze ademfrequentie van ongeveer 6 keer per minuut gaat je hart synchroon kloppen met je ademhaling en alle processen in je lichaam stemmen zich hier op af.  We spreken van hartcoherentie als de hartritmevariatie een harmonieus patroon laat zien.