Trillende handen, moeite met lopen. Veel mensen kennen wel iemand in hun omgeving met de ziekte van Parkinson. Maar wat is Parkinson eigenlijk en wat kan de oefentherapeute betekenen voor iemand met Parkinson?

Wat is Parkinson?

De ziekte komt zowel voor bij mannen als bij vrouwen en is een chronische ziekte van het zenuwstelsel. Gemiddeld openbaart het zich rond het 60e levensjaar maar het kan ook op jongere leeftijd voorkomen. De ziekte ontwikkelt zich doorgaans langzaam. Bij veel mensen is de oorzaak niet bekend maar is het gevolg van een tekort aan dopamine. Bij een gebrek aan dopamine treedt er een storing op in het overbrengen van prikkels. Hierdoor ontstaan er problemen op het gebied van bewegen ( bijv. beven, stijfheid en/ of traagheid), maar ook kan het geheugen er door verminderen. Om het tekort aan te vullen wordt er dopamine als medicatie toegediend, maar het geneest de ziekte van Parkinson niet. Alleen de symptomen kunnen bestreden worden.

Waaraan kan je zien dat iemand Parkinson heeft?

Er zijn vooral  problemen op het gebied van bewegen.
Kenmerkend voor Parkinson is de manier van lopen:Voorovergebogen, kleinere stappen, trager  en de armen zwaaien niet mee. Ook kunnen er problemen zijn bij het starten met lopen, het omdraaien of het in de lift stappen.

Hoe komt dat?

Gewoonlijk lijkt lopen vanzelf te gaan. Het kost weinig moeite en vraagt nauwelijks aandacht. Bij mensen met Parkinson gaat het lopen niet meer zo gemakkelijk. Een gebrek aan dopamine bemoeilijkt de aansturing van de loopbewegingen vanuit de hersenen. Met andere woorden: de ‘automatische piloot’ in de hersenen hapert regelmatig bij het starten en de voortgang van het lopen.

Wat kunt u er aan doen?

Door heel bewust een aantal punten bij het lopen in gedachten te houden lukt het om beter te lopen en het lopen aan te passen aan deze problemen.  Maar dat vraagt veel oefening en herhaling. Het gaat niet meer automatisch goed.

Wat valt er op aan de houding van iemand met Parkinson?

Deze is voorovergebogen of scheef naar één kant. Iemand kan niet meer goed rechtop zitten. Er kunnen problemen met het evenwicht zijn.

Hoe komt het?

De automatische houdingscontrole gaat bij Parkinson gaandeweg steeds meer haperen. Maar ook verminderde  spierkracht en  toegenomen stijfheid hebben invloed op de houding.

Wat kunt u er aan doen?

Oefeningen om de bewegingsmogelijkheid van het lichaam te verbeteren en de spieren te versterken. Daardoor kan het evenwicht verbeteren. Ook kan het belangrijk zijn een loophulpmiddel te leren gebruiken.

De oefentherapeut kan u daarbij helpen.